Wie sagt man das auf Deutsch?
Der Zweck [tswek] is onderwerp: het doel/de bedoeling waarvoor iets dient.
Es hat keinen Zweck, es ist zwecklos: het haalt niets uit / heeft geen effect.
das Ziel: finish (sport), doel/doelstelling waar men naartoe werkt
das Mittel - die Mittel: onzijdige en mannelijke woorden met de uitgang -el krijgen geen extra uitgang in het meervoud
Der Zweck en das Ziel zijn qua betekenis aan elkaar verwant, maar deze zin is de standaarduitdrukking. (Zie ook menupagina: Spreektaal - vaste uitdrukkingen.)
Ein Deutscher, Konrad Zuse, hat den modernen Computer ........ .
etwas erfinden (die Erfindung): iets uitvinden, een uitvinding maken
etwas herausfinden: iets uitzoeken / erachter komen (oorzaken, feiten)
Ausgefunden is een niet bestaand woord en valt in de categorie 'Steenkolenduits' :).
Der Deutsche / ein Deutscher (zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord): hier onderdeel van het onderwerp, derhalve met hoofdletter. De Duitser (met de naam) Konrad Zuse.
........ Kaffeeautomat ist außer Betrieb.
Der Automat (hier onderwerp): woorden uit het Latijn of Grieks (Fremdwörter) met de uitgang -t zijn overwegend mannelijk.
Der Automat, der Apparat, der Kredit, der Kontakt, der Transport:
dit betreft dus vaak woorden die in het Nederlands onzijdig zijn!
Er zijn echter ook hier enkele uitzonderingen: das Insekt, das Konzept, das Konzert, das Produkt, das Projekt.
Die Schüler sind in (de) ........ Kantine.
die Kantine eindigt op -e: vrouwelijk
in: 3e OF 4e naamval
ze zijn in = zich bevinden (waar?), dus 3e naamval: in der Kantine
Vergelijk: Sie gehen in die Kantine. Ze lopen ernaartoe = beweging en doel. Waarheen? dan 4e naamval.
foto: flickr.com