Ich ........ Freundin begegnet.
Begegnen (tegenkomen, toevallig ontmoeten) is met de 3e naamval verbonden: ich bin einer Freundin / ihr begegnet.
De voltooide tijd van begegnen wordt met sein gevormd.
Een aantal werkwoorden combineert in het Duits standaard met de 3e naamval. De meest gebruikte zijn: danken, folgen, gratulieren, helfen, glauben.
Ich habe einen Freund getroffen: Freund is hier lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
........ Ostsee ist ........ Meer der Welt.
de zee (zout water): die See - die Ostsee, die Nordsee
der See (zoet water): het meer
das Meer = synoniem voor die See, maar verschillend in eigennamen: das Mittelmeer
Die Ostsee = das jüngste Meer, dus 1e naamval
Na de vormen der/die/das: altijd de uitgang -e bij het bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt dus voor:
1e naamval mannelijk, 1e en 4e naamval vrouwelijk en onzijdig.
Der Obst- und Gemüseanbau in den Niederlanden findet hauptsächlich in den (kassen) im Westen des Landes statt.
Welk woord heeft een ANDERE betekenis dan 'kassen'?
Het goede antwoord, dus de andere betekenis is: der Schrebergarten - die Schrebergärten:
Volkstuin, genoemd naar de arts en pedagoog Schreber (1808–1861). Het woord staat echter pas sinds 1905 in Der Duden (Duitse evenknie van de Van Dale).
Kas voor gewassen: das Gewächshaus (wordt het meest gebruikt).
Das Treibhaus: wordt meestal voor 'broeikas', dus voor exotische planten, gebruikt. (Der Treibhauseffekt: over de opwarming van de aarde.)
Das Glashaus: ook in het gezegde 'Wer im Glashaus sitzt, sollte nicht mit Steinen werfen.' Je moet niemand iets verwijten als je zelf ook dergelijke fouten maakt (boter op je hoofd hebben).
Wat betekent de uitdrukking 'keinen Bock haben'?
Bock haben auf = Lust haben auf (zin hebben in).
Deze vaak gebezigde uitdrukking (oorspong: Rotwelsch = boeventaal) uit het jeugdslang (Null-Bock-Generation jaren '80) is inmiddels tot algemeen gebruikte spreektaal verworden.
geen geld hebben (platzak/failliet): pleite sein
geluk hebben (boffen): Schwein haben (spreektaal), in het Nederlands bestaat het werkwoord zwijnen (onverdiend geluk hebben)
pech hebben: Pech haben / eine Panne haben (auto)