MOB-versie | Naar grote versie



lijdende vorm

De meeste werkwoorden hebben een lijdend voorwerp (= 4e naamval, soms de 3e naamval) nodig (bijvoorbeeld: Ik koop de bal).

Van zo'n zin kun je een lijdende zin maken met behulp van de hulpwerkwoorden werden of sein.
Het lijdend voorwerp in de actieve zin wordt dan onderwerp in de passieve of lijdende zin .

 

Bijvoorbeeld:

Ik koop de bal.

ich kaufe den Ball.

De bal wordt door mij gekocht.

Der Ball wird von mir gekauft.

 

 

Hij belt mij.

Er ruft mich an.

Ik word door hem opgebeld.

Ich werde von ihm angerufen.

 

Bijzonderheid

De werkwoorden bitten en fragen (verzoeken, een vraag stellen) hebben een 4e naamval (Sie fragt ihn). In de lijdende vorm verandert de 4e naamval in de 1e omdat het onderwerp wordt.

 

Hem is gevraagd voorzitter te worden:

  • Er wurde gebeten Vorsitzender zu werden.
  • Er wurde gefragt, ob er Vorsitzender werden wollte.

Dit geldt tevens voor elk lijdend voorwerp dat in de lijdende vorm geplaatst/veranderd wordt.

  • Wir haben ihn gesucht. Er wurde (von uns) gesucht.

Het meewerkend voorwerp blijft in de 3e naamval:

  • Wir haben dem Opa viele Geschenke gegeben.
  • Dem Opa wurden viele Geschenke gegeben.

Dat geldt ook voor werkwoorden met de vaste 3e naamval.

  • Ihm (hem) wurde gratuliert.
  • Ihr (haar) wird geholfen.

 

 

Door = von of durch

Als in een lijdende zin door staat. Wanneer is het dan von en wanneer durch?

 

Von geeft de handelende persoon of dier aan.

Bijvoorbeeld:

  • Amerika wurde von Kolumbus entdeckt.
  • Dieser Roman wurde von Goethe geschrieben.
  • Er wurde von einem Hund gebissen.

Durch is door middel van (via), meestal voor zaaknamen.

  • Die Post wird durch die Bahn befördert.

'Veroorzaker' (geldt niet voor handelnde mensen en dieren)

  • Der Baum ist durch einen Blitzeinschlag abgebrannt.

Met müssen + toekomst: werden.

  • Die Bestellung muss morgen geliefert werden.

Het voltooid deelwoord van werden

Het werkwoord werden heeft twee voltooid deelwoorden, namelijk:

 

geworden

Mein Bruder ist Arzt geworden.

worden

Mein Rad ist von ihm repariert worden.

 

Toestand of een handeling in het verleden?

In het Duits wordt verschil gemaakt tussen

  • een handeling in het verleden
    Der Tisch ist von meinem Bruder gedeckt worden. (In het Nederlands kun je er 'geworden' bij denken; beklemtoont de handeling)
  • een toestand
    Der Tisch ist gedeckt. (Net als in het Nederlands.)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch