Wegen ........ werde ich nicht in Urlaub fahren können.
die Krankheit: uitgang -heit, dus vrouwelijk
wegen: op grond van, wegens - voorzetsel met de 2e naamval (maar de 3e naamval is ook toegestaan)
2e en 3e naamval vrouwelijk hebben dezelfde vorm: wegen meiner Krankheit
Warum (mogen) ........ ihr ihn nicht?
Mögen (ich mag - ihr mögt): graag mogen, houden van / lusten.
Wir mögen unsere Deutschlehrerin (we vinden haar aardig).
Ich mag keinen Rosenkohl (spruitjes).
Möchten (ihr möchtet): beleefde vorm voor graag willen.
Mögst: een vorm van de aanvoegende wijs (conjunctief).
Hoe zeg je in het Duits: "We moeten nu afscheid nemen."?
Â
Â
Wir müssen uns jetzt ........
(sich) verabschieden - verabschiedete - verabschiedet: zwak werkwoord
het afscheid: der Abschied (stam van het werkwoord, dus mannelijk)
abscheiden = separeren: 45% der Katalonier wollen sich von Spanien abscheiden.
Â
scheiden - schied - geschieden: sterk werkwoord
In modern Duits alleen voor een huwelijk beeindigen (sich scheiden lassen).
Vroeger betekende scheiden ook afscheid nemen.
uit elkaar gaan: sich trennen
afval scheiden: Abfall/Müll trennen
Kennst du (deze) ........ Mann?
du (kennst): onderwerp
diesen Mann: lijdend voorwerp, 4e naamval
Â
dieser Mann: 1e naamval
diesem Mann: 3e naamval
diese: vrouwelijk of meervoud 1e en 4e naamval