|
0 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Was wünschst du ........ zu Weihnachten?
Sich etwas wünschen (een wens doen, wederkerend werkwoord) combineert met de 3e naamval.
Ich wünsche dir alles Gute (lijdend voorwerp) zum Geburtstag.
Ich wünsche mir einen Hund (lijdend voorwerp) vom Weihnachtsmann.
Sie/er wünscht sich etwas: Das kleine Mädchen wünscht sich einen Fußball.
für: 4e naamval, dus für dich
(We gaan morgen met vakantie) ........ nach Berlin.

gehen = lopen, niet om de toekomst uit te drukken;
gaan met een vervoermiddel: (in Urlaub /in die Ferien) fahren, fliegen.
Als je niet op reis gaat, maar wel vakantie hebt: Ich habe Urlaub/Ferien. Ich mache Urlaub.
Der Urlaub: met name vakantie voor werknemers.
Schoolvakantie: die (Schul)Ferien (altijd meervoud), ook algemeen voor vakantie.
Dat maakt helemaal geen verschil.
Welke vertaalzin is FOUT?
ziemlich: tamelijk, enigszins gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord (klein, gut, ...)
überhaupt: in het geheel
gar kein /gar nicht: helemaal geen / helemaal niet
keinerlei: geen enkel
Er hat seinen Job (opgezegd) ........ .
Er hat seine Arbeitsstelle gekündigt.
entlassen: ontslaan
Wurde er von seinem Chef entlassen oder hat er selber gekündigt?
absagen: afzeggen / cancelen
aufsagen: (een gedicht) opzeggen / declameren
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |