9278 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Werkwoorden | toekomst: werden/sollen

De toekomende tijd wordt gevormd met een vorm van werden en het hele werkwoord.

 

Voorbeelden:

  • Es wird heute etwas später werden.
  • Du wirst es wohl verstehen.

 

Verschil met het Nederlands: gaan/gehen

In het Nederlands wordt de toekomst vaak gecombineerd met gaan.
(Ik ga morgen een taart bakken, wij gaan volgende week trouwen.)

 

In het Duits vertaal je gaan met werden of je laat het helemaal weg:

  • Ich werde morgen einen Kuchen backen.
  • Ich backe morgen einen Kuchen.
  • Wir werden nächste Woche heiraten.
  • Wir heiraten nächste Woche.

 

In het Duits kan gehen alleen gebruikt worden als men werkelijk ergens naar toe gaat:

  • Ich gehe einkaufen.
  • Gehst du schon schlafen?
  • Wir gehen nach Hause.

 

Sollen = zullen?

Sollen wordt alleen gebruikt als 'zullen' als het gaat om

  • een vraag aan iemand: Sollen wir einen Termin vereinbaren? Was sollen wir heute mal unternehmen?
  • een aanbod: Soll ich ihm sagen, dass Sie angerufen haben?

(Meer betekenissen van 'sollen' onder twijfelwoorden.)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß