Die Ware muss pünktlich geliefert ........ .

müssen + toekomst: muss ... werden (lijdende vorm)
Dat moet nog gedaan worden. - Das muss noch gemacht/erledigt werden.
werden - wurde - ist (ge)worden
Die Ware wurde geliefert.
Die Ware ist geliefert worden.
........ Arbeit macht mir viel Spaß.

Die Arbeit: hoort bij een groep vaak gebruikte vrouwelijke woorden met de uitgang -t.
Enkele woorden uit deze groep zijn afgeleid van een werkwoord: die Arbeit, die Antwort, die Fahrt, die Nachricht, die Sicht, die Tat.
Frohes Schaffen! = Werk ze!
(Sinds een half jaar)
Seit ........ Jahr wohnen wir nun in Berlin.
seit: voorzetsel met de 3e naamval
das Jahr - seit einem Jahr
halb- (= bijvoeglijk naamwoord) 3e naamval onzijdig:
seit/in/vor einem halben Jahr.
Tijdsbepalingen met een voorzetsel staan in de 3e naamval.
Als je vrij kon kiezen, waarvoor zou je dan kiezen?
Wenn du zwischen diesen zwei Dingen frei ........ könntest, wofür würdest du dich ........ ?
wählen: (uit)kiezen
specifiek: stemmen bij verkiezingen (politiek en anderszins)
sich (für etwas) entscheiden: beslissen, een keuze maken / voor iets kiezen
Het verschil is niet altijd duidelijk aan te geven.
In de betekenis van deze zin zou in principe ook 2x wählen kunnen, echter met een andere zinsbouw:
Wenn du frei wählen könntest, was/wen (= lijdend voorwerp) würdest du dann wählen?
Wenn du frei entscheiden könntest, wofür würdest du dich entscheiden?