MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 25-11-2025 (niveau 1)



eerdere test 25 NOV geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 25-11-2025 zo ingevuld:



Die Bank sucht neues Personal. Mein Vater arbeitet auch bei (een) ........ Bank.

 



14 % (afgerond)eine
17 % (afgerond)einen
69 % (afgerond)einer 

die Bank: zie zin 1

bei (+3e naamval) der/einer Bank

die Bank - die Banken (geldinstituut)

 

die Bank - die Bänke: zitbank

huiskamerbank: das Sofa, die Couch


Zie ook de pagina met 3e naamval.



Ik kan me dat niet permitteren:

Ich kann mir das nicht ........ .

 



8 % (afgerond)erfordern
3 % (afgerond)ersetzen
8 % (afgerond)ergänzen
81 % (afgerond)leisten 

Sich etwas leisten können (materieel of qua gedrag): zich iets kunnen veroorloven (ook: erlauben) /permitteren.

Die teuren Schuhe kann ich mir nicht leisten. Ich kann mir nicht leisten, durch die Prüfung zu fallen (voor de test te zakken).

Die Leistung: de prestatie. Ich kann das nicht leisten: ik kan dit niet volbrengen, niet aan de eis voldoen.

 

ersetzen: vervangen

ergänzen: aanvullen

erfordern: behorend bij een noodzakelijke voorwaarde

Das Problem erfordert drastische Maßnahmen.


Zie ook de pagina standaardzinnen met 3e naamval.



"Dat zou mooi zijn!": ........



74 % (afgerond)Das wäre schön. 
4 % (afgerond)Das war schön.
14 % (afgerond)Das wird schön sein.
8 % (afgerond)Das würde schön.

Met zou zijn kun je een mogelijkheid (al dan niet reëel) of een wens uitdrukken.

Daarvoor gebruik je de aanvoegende wijs: würde, hätte, wäre.

Wenn ich viel Geld hätte, würde ich viel reisen. Das wäre super!

Je kunt ook een verzoek ondersteunen: "Könnten Sie mir helfen? Das wäre nett."

 

Das war schön: verleden tijd.

Das wird schön sein/werden: toekomst.

Das würde schön (werden): als je dat zou doen/creëren, dan zou het mooi / een mooi ding worden (ongebruikelijke constructie).


Zie ook de pagina Konjunktiv.



(Welke) ........ Schüler (meervoud) lernen Deutsch an dieser Schule?

 

     



2 % (afgerond)Welchem
76 % (afgerond)Welche 
3 % (afgerond)Welches
19 % (afgerond)Welchen

Die Schüler / welche Schüler (meervoud) is onderwerp, dus 1e naamval.

Welch- hoort bij de der/die/das-groep.

der Schüler / welcher Schüler? : enkelvoud mannelijk

die Schülerin / welche Schülerin? : enkelvoud vrouwelijk

 

1e (en 4e) naamval meervoud: uitgang -e.

Net als: meine Schüler, keine Schüler, alle Schüler, solchSchüler.


Zie ook de pagina der/die/das-groep all- welch- manch-.



TOTAALRESULTAAT:
75% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch