Bijzondere woorden:
1 maatschappelijke verhoudingen en ontwikkelingen
2 lievelingswoorden – woord van het jaar
3 enkele bijzondere benamingen
Veel van de woorden uit onderstaande lijst zijn niet in (online) woordenboeken te vinden.
Voor dieper gaande betekenis en achtergronden s.v.p. ook andere bronnen raadplegen.
Een ruime keus staat op 'Deutsche Welle': https://learngerman.dw.com/de/wort-der-woche-archiv/a-1716657
Lijst van Duitse woorden die wel eens door Nederlanders (in media en politiek) gebezigd worden:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Duitse_woorden_en_uitdrukkingen_in_de_Nederlandse_taal
Overzicht 'Wörter des Jahres'
http://de.wikipedia.org/wiki/Wort_des_Jahres_%28Deutschland%29
Lijst van zogenaamde Unwörter: woorden die niet ‘politiek correct’ zijn maar denigrerend.
http://de.wikipedia.org/wiki/Unwort_des_Jahres_(Deutschland)
Duits | Uitleg |
Alleingang, der | individuele actie (personen, instellingen, landen) |
Anspruchsdenken, das | Claimen van vermeende rechten. Verwant aan 'claimcultuur'. |
Abwrackprämie, die | Slooppremie van de overheid voor het slopen/laten vernietigen van oude auto's. |
Ampelkoalition Ampelparteien, die (mv) |
Samenwerkingsverband van SPD (rood), FDP (geel) und Bündnis 90/Die Grünen (groen). |
Armutszeugnis, das | Bewijs van onvermogen (vroeger een document om voor de bedeling in aanmerking te komen). Nu: verwijt naar gezagsdragers of particulieren: 'het is een schande' dat jullie dat (niet) doen. |
Augenweide, die | Een mooi voorwerp/mooie persoon die de aandacht trekt. Licht verouderd, tegenwoordig: der Hingucker. |
Aussteiger, der |
Uit het reguliere, 'burgerlijke leven' stappen / niet meedoen. Begrip is ontstaan in de hippietijd (60er/70er jaren) alternatieve manier van leven kiezen, bijv. op een boerderij. Ook: uit een ideologische beweging stappen. |
Azubi, der/die | Voormaals, maar nog steeds in gebruik: Lehrling. Iemand die een beroepsopleiding doet vergelijkbaar met het Nederlandse leerlingstelsel. |
Babyklappe, die |
Anoniem een pasgeboren baby plaatsen: babyluik. |
Ballermann, der | 'Zuipcafé' op Mallorca waar bier met rietjes uit emmers werd gedronken. Nu algemeen voor kroegen waar veel gedronken wordt. |
Bauchladen, der | draagbare 'dienbladwinkel', verkoopwaar meestal snoep of fast-food (soms met echte gril) |
Bauchlandung, die | miskleun, (van: foute 'landing' in het zwembassin). |
Befindlichkeiten (meerv.) |
Mentale gesteldheid van individuen of groepen (gevoelens en belevenissen); wordt vaak spottend toegepast. |
Begrüßungsgeld, das | Iedere DDR burger die naar West-Duitsland kwam ontving 100 D-Mark cadeau (eenmaal per jaar tijdens bezoek). |
Besserwessi, der |
Betweter uit West-Duitsland (voor personen die na de val van de muur in de voormalige DDR bemoeizuchtig optraden) |
Bildung, die | omvattende vorming m.b.t. alle aspecten: persoonlijkheid (karaktervorming), intellectuele inzichten, kennis, sociale vaardigheden |
Bildungsmisere, die |
Fatale crisis in het school- en opleidingssysteem. |
bildungsferne Schichten (meerv.) |
Laag opgeleide groepen/lagen van de bevolking. |
Bratkartoffelverhältnis, das | Samenleven van man en vrouw op grond van financiële en praktische reden (ontstaan na de Eerste Wereldoorlog. Nu verouderd woord.) 'Hokken' voor het gemak/voordeurdelers. |
Bodenständigkeit, die | In een regio geworteld/met beide benen op de grond/honkvastheid. |
sturmfreie Bude | Kamer van jongeren (tijdelijk) zonder toezicht door volwassenen; die Bude: marktstal met dak. |
Bückware, die | In de DDR: consumptiegoederen die alleen met connecties verkrijgbaar waren. |
Chefsache, die |
Belangrijke aangelegenheid die door de baas afgehandeld moet worden. Management issue. |
Elchtest, der (Schleudertest) |
Elandtest voor het 'gedrag' van een auto bij uitwijkmanoeuvres (Oorspr. Mercedestest in Zweden). Figuurlijk ook voor andere 'ultimatieve tests. |
Elefantenklo, das | Één van de bijnamen van het Kanzleramtsgebäude. |
Ellenbogengesellschaft, die |
Egoïstische houding t.a.v. maatschappij/carrière. |
Extra, das gewisse |
Bijzondere individuele kwaliteiten/uitstraling. X factor. |
Extrawurst, die | voor wie een aparte (betere) behandeling wil dan voor 'gewone stervelingen' gebruikelijk |
Fachsimpelei, die | bomen/ohaën over je vak of hobby (fachsimpeln) |
Fanmeile, die |
Straat/traject waarlangs de (voetbal) fans vieren en voorbijrijdende helden bejubelen. |
Feierabendbrigaden (mv.) | zwartwerkers/beunhazen in de bouw |
Fingerspitzengefühl, das | Fijngevoeligheid in sociale situaties / iets in de vingers hebben m.b.t. met fijn materiaal werken. |
Freikörperkultur,die |
Leefwijze gebaseerd op naaktheid (niet alleen op het naaktstrand). Nudisme. |
Flachlandtiroler, der | Noord-Duitser = 'Nordlicht', van 'boven de bergen'). |
Fressen gefundenes (das) | Iets (nieuws/een koopje) waar men direct op in wil springen/waar je op stond te wachten/meevaller. (Koren op de molen - Wasser auf der Mühle) |
Friesennerz, der | Geel oliejack zoals beroepsvissers die dragen. |
Fundgrube, die |
Rijkgevulde 'grabbelton' waar je nuttige dingen/ideeën vindt. |
Gassenhauer, der |
Hitliedje dat door velen (vroeger op straat/tijdens het werk) vaak werd gezongen. |
Geselle, der | Na succesvolle afronding van een beroepsopleiding wordt de 'Gesellenprüfung' voor 'zelfstandige beroepsbeoefenaar' afgelegd. |
Gammelfleisch, das | Bedorven vlees dat desondanks in winkels wordt/werd verkocht. Vleesscandaal 2006. |
Geisterfahrer, der |
(Officieel: Falschfahrer). Wordt ook wel eens in overdrachtelijke zin gebruikt. Spookrijder |
geistige Armut, die |
Niet in aanraking komen met intellectuele kennis. 'Zielige' vorm van domheid, ignorantie. |
Generation Golf | Generatie van de in de jaren 80 opgroeiende Duitsers wier levenswijze in het boek met gelijkluidende titel is beschreven. (Zie Wikipedia) |
Gesamtkunstwerk, das |
Samengaan van alle aspecten en meerdere kunstvormen in één kunstwerk (begonnen met: Wagner Opern) |
Gesinnungsschnüffelei, die | stiekem onderzoek naar ideologische waarden door geheime diensten (maar ook door burgers over medeburgers) |
Gratwanderung, die | Moeilijke beslissing/keuze waarbij de balans in het geding is. Spagaat moeten maken / op een dun koord balanceren. Ook: der Drahtseilakt. |
Gretchenfrage, die |
(Citaat uit 'Faust' van Goethe.) Hamvraag. |
GroKo - Große Koalition, die | Regeringscoalitie bestaande uit de 2 grootste partijen: CDU/CSU en SPD. |
Gutmenschen (meerv.) |
Spottend voor mensen die zich moreel verheven voelen of door anderen zo worden gezien. |
Habseligkeiten (meervoud) |
Bezittingen, meestal schamel eigendom dat mensen na een catastrofe konden redden. Ook vaak poëtisch bedoeld. |
Handlungsbedarf, der |
urgentie om te handelen (m.n. in gebruik bij 'bestuurszaken', politiek) |
Hartz IV | (Hartz vier) Bijstand, genoemd naar de bedenker. |
Himmelfahrtskommando, das | Gevaarlijke/onmogelijke missie (oorspronkelijk in de oorlog). |
Hoffnungsträger, der | Opkomend talent binnen een maatschappelijke beweging (bijv. een politieke partij). |
Ich-AG | AG: (die) Aktiengesellschaft = NV (Naamloze vennootschap). Vergelijkbaar met zzp(er): Zelfstandige zonder personeel. |
Kaiserwetter, das |
Prachtig zomerweer (droog, niet te warm, niet te koud), ideaal voor festiviteiten. (Ontstaan in de keizertijd eind 19e eeuw.) 'Koningsdagweer' zou men in Nederland voor prachtig weer op Koningsdag kunnen gebruiken. |
Kavaliersdelikt, der
|
Wetsovertreding zonder geweldtoepassing. Het woord vergoelijkt ' witte boorden criminaliteit'. Gebruiker erkent het als immoreel gedrag maar niet als crimineel. |
Kavaliersstart, der | Snel optrekken met doordraaiende banden en gierend motorgeluid. |
Kiez, der | Benaming voor volkswijken in grote steden, oorspronkelijk alleen Berlijn. |
Klitsche, die | kleine, provinciaalse winkel/zaak (denigrerend) |
Knochenjob, der | tropenjaren |
Kurschatten, der | Partner in een romance tijdens het verblijf in een kuuroord. |
Landflucht, die | Leegloop van het platteland. / Trek naar de steden. |
Lebensabschnittspartner, der | Partner gedurende een periode van je leven. |
Liebestöter, der | Onflatteus, onerotisch ondergoed. |
Meister, der (bijv. Kfz-Meister, Bäckermeister) |
Officiële titel voor een beroepsopleiding, nadat er minimaal 5 jaar als 'Geselle' is gewerkt en het 'meesterdiploma' (Meisterprüfung) is behaald. Het diploma staat in niveau gelijk aan een universitaire opleiding. |
Milchmädchenrechnung, die | Op naïve, gesimplificeerde uitgangspunten baserende argumentatie (drogreden) of een onrealistische berekening van kosten voor een project |
Mogelpackung, die |
Letterlijk: Verpakking is groter/mooier dan de inhoud. (Ook: Schummelpackung) Overdrachtelijk ook voor ideologische stellingen e.d.: De vlag dekt de lading niet. |
Migrationshintergrund, der |
Afstammend van immigranten |
Mutterschutz, der | wettelijke regels m.b.t. bescherming van (aanstaande) moeders m.n. arbeidsjuridisch. |
Narrenfreiheit, die | Zeer grote vrijheid/tolerantie (in verband met carnaval, als gewone regels niet gelden, maar ook als kritiek op bepaalde toestanden in de politiek/maatschappij). |
Nesthäkchen, das | het jongste kind (soms nakomeling) |
Nordlicht, das | Duitsers uit het noorden |
Otto Normalverbraucher | Jan Modal |
Partylaune, die | Leuke stemming op een feestje. Ook op grotere schaal: bijv. algemene positieve stemming tijdens de voetbal WK in 2006. |
Pauschale, die Pauschalreise, die Pauschalurteil, das |
Vast bedrag voor leges/kosten; alles inbegrepen. All-in reiscontract: ticket, maaltijden, uitstapjes etc. alles over een kam scheren |
Platzhirsch, der | Oorspr.: dominante hertenbok op het bronst territorium/alfadier. Wordt toegepast op menselijke alfa's (op de 'apenrots'). |
Politikverdrossenheit, die |
Afkeer van politiek (dus ook van verkiezingen). Politiekmoeheid. |
Polterabend, der | Feest enkele dagen voor een voorgenomen huwelijk: er wordt steengoed (van borden tot wc-potten) kapot gegooid dat door beide verloofden weer opgeveegd en in de afvalemmer geworpen moet worden. Gebroken porselein zou voor het bruidspaar geluk brengen. |
Prinzipienreiter, der
|
bureaucraat, pedant, doordrammer, 'schoolmeester' (ook: Paragrafenreiter) |
Promi, der (die Promis) | van: Prominenter (Mensch) - vergelijkbaar met de Nederlandse BN'er. |
Quotilde | Vrouw die haar functie dank aan een 'quotum-eis': excuustruus. Das Quotum: hoeveelheid (melkquotum) of (minimaal/ maximaal) deel van een geheel (bijv. als percentage). |
Sackgasse, die | doodlopende straat (ook figuurlijk) |
Saftladen, der | slechte/slecht georgniseerde winkel |
Salamitaktik, die | onderhandelstrategie: stap voor stap aankaarten/steeds maar een klein beetje toegeven (steeds een dun plankje van de worst afsnijden) |
Schlagende Verbindung | Conservatief studentencorps waar (vroeger) gevechten met degen of sabel werden uitgevoerd (litteken in het gezicht: der Schmiss). |
Schnappschuss, der | fotokiekje (momentopname) |
Schnapszahl, die | getal dat uit minimaal twee dezelfde cijfers bestaat: 11 (carnavalsgetal), 666 bijbel openbaring Johannes: 'getal van het dier'. |
Schokoladenseite, die | De (zelf gevoelde) mooiste kant van het gezicht voor een foto. "Mijn voordeligste kant." |
Schleuser, der | mensensmokkelaar |
Schwellenland, das | Meestal in meervoud: Schwellenländer. Opkomende economieën, landen die westerse productiecapaciteit en levensstandaard benaderen. |
Schwiegermutterstuhl, der |
Grote ronde cactus: der Goldkugelkaktus. |
die Seele baumeln lassen | zonder zorgen relaxen en niksen, een worden met jezelf |
Seilschaft, die |
Netwerk waarbij deelnemers vooral op eigen/onderling voordeel uit zijn, desnoods tegen het maatschappelijk belang in. (Oorsprong: bergbeklimmen) |
salonfähig | sociaal acceptabel, geen taboe (meer) |
Selbstläufer, der | Artikel/Idee dat 'vanzelf loopt' / waarvoor geen reclame gemaakt hoeft te worden. (Economisch ook: der Verkaufsschlager/ Verkaufsknüller) |
Servicewüste, die | Slechte/geen service van winkels/organisaties op brede schaal dwars door het land. |
Silberblick, der (einen ... haben) | poëtisch/charmant voor: loensen (schielen, schielte, geschielt) |
Soli, der Solidaritätsabgabe/-zuschlag |
Opslag bij de inkomstenbelasting om de kosten van de Duitse eenwording te financieren. |
Sommerloch, das | Komkommertijd |
Spaßgesellschaft, die |
Maatschappij/cultuur waarin het met name om de lol gaat (hedonisme). Ontstaan in de jaren na 1990. |
Spesen | (Zakelijke) kosten die vergoed worden |
Spesenritter, der | Werknemer met een ruime onkostenvergoeding 'die het ervan neemt'. |
Spießbürger, der |
Persoon met bekrompen houding t.a.v. de maatschappelijke normen en waarden. Bekrompen burgermannetje |
Standbeine (mv) |
Mehrere Standbeine ... om bijv. een inkomen te verwerven: meerdere banen / bedrijf: meer dan één productlijn of branche (das Standbein: standbeen oorspronkelijk uit de sport). |
Stiefmütterchen, das | Voorjaarsbloem: das Veilchen (Viooltje). |
Stolperstein, der | Struikelsteen. Gedenkteken op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi's werden verdreven. |
Tante-Emma-Laden | buurtsuper, kruidenier |
Tapetenwechsel, der | (Behoefte aan) Verandering van omgeving. |
Torschlusspanik, die | Angst geen keuze te kunnen maken en mogelijk achter het net te vissen. |
Trittbrettfahrer, der | Meelifter op successen van anderen, profiteur |
Unwort, das |
Ideologisch woord, niet politiek correct (bijvoorbeeld 'Wutbürger' of 'Gutmensch'. |
Vergangenheitsbewältigung, die | Worsteling om in het reine te komen met het (nationaalsocialistische) verleden. |
Versuchskaninchen, das | proefkonijn (proefpersoon, proefobject) |
Vitamin B | B staat voor Beziehungen. In het Nederlands: vitamine c = connecties (om iets gedaan te krijgen). |
Weltschmerz, der |
Lijden aan de wereld, pessimistisch, algemene neerslachtigheid/melancholie. |
Wende, die |
Ommezwaai, verandering. Wisseling van kanselier Schmidt naar Kohl (1982 na een motie van wantrouwen). Tijd na de val van de muur (1989). |
Weißwurstäquator, der | Scheidingslijn tussen Beieren en de rest van Duitsland. |
Wiedergutmachung, die |
Morele schuld vereffenen. Slachtoffers compenseren (herstelbetalingen: oorlogsschulden betalen). |
Wiedervereinigung, die | Samenvoegen van West-(BRD) en Oost-Duitsland (DDR) in 1990. |
Wirtschaftswunder, das |
Economische bloei in West-Duitsland na de Währungsreform (nieuw geld) na 1948. |
Wutbürger, der |
Verongelijkte, gefrustreerde burgers die politieke beslissingen als willekeurig en niet in het belang van 'de bevolking' zien. (O.a. in protestbeweging Pegida verenigd. NL: Aanhang van wijlen Pim Fortuyn en nu groep Wilders.) |
Zeitgeist, der |
Maatschappelijk klimaat:Wijze van denken en voelen van grote en/of invloedrijke groepen in een bepaald tijdperk. Nederlands 'Tijdsgeest', uit het Duits overgenomen |
Zickenalarm, der | meisjesruzie |
Zivilcourage, die |
Morele moed, ingrijpen bij misstanden (bijv. klokkenluider/actie tegen 'zinloos' geweld. Zivil: burgerlijk i.t.t. militair. Courage; moed |