Der Sturm hat ein paar (dakpannen) ........ vom Dach gefegt.
der Dachziegel: algemeen woord voor dakpan
der Ziegel = korte versie en ook: rode baksteen, klinker
die Kachel, die Fliese: tegel (keuken/badkamer)
Der Kachelofen is een met tegels beklede kachel.
die Dachplatte: plaat die op een dak kan liggen i.p.v. dakpannen
die Dachpfanne: bepaald type dakpan
Was (zullen) ........ wir morgen machen (doen)?
Met sollen vraag je wat de ander graag wil:
Soll ich das für dich tun? - Wil je dat ik dat voor je doe?
Sollen wir das tun?: Vind je dat we dat moeten doen?
Dus om te vragen of men samen iets zal doen, vergelijkbaar met het Nederlandse "Zullen we?". Als je een voorstel doet of een gezamenlijke actie wilt bespreken.
Een alternatief m.b.t. toekomst: Was werden/wollen wir morgen machen
würden: zouden (aanvoegende wijs)
gehen: lopen (dus niet voor de toekomst)
Der Fußgänger klopft gegen die Scheibe und zeigt dem Fahrer den Vogel.
De voetganger tikt tegen het raampje en ........
(aan iemand) jemandem den/einen Vogel zeigen: met de wijsvinger op het eigen voorhoofd tikken betekent iemand voor gek verklaren: Du hast / Sie haben wohl einen Vogel! Du spinnst / Sie spinnen!
om een lift vragen (duimen): trampen / per Anhalter fahren
Zeichen: den Daumen in Fahrtrichtung zur Seite strecken.
Een opgave van K.C. van der Wolf.
Auf dem Schild des Ausflugslokal steht:
"Heute im Angebot: ........ Erdbeerkuchen mit ........ Schlagsahne aus ........ Küche".
Der Kuchen (onderwerp) ist im Angebot.
Zonder lidwoord: frischer Kuchen.
(NB Indien 'es gibt' ervoor staat volgt de 4e naamval.)
Voorzetsels mit en aus: 3e naamval.
Er staat geen lidwoord ervoor. Dus krijgen ze de uitgang van der-die-das-groep in de 3e naamval vrouwelijk:
mit echter Schlagsahne aus eigener Küche.