........ kommenden Wochenende werden ........ wieder auf Winterzeit umgestellt.
Data/dagen combineren met an + 3e naamval: am Montag, am 1. April.
die Uhr - die Uhren: volgens de hoofdregel voor vrouwelijke woorden in het meervoud, hier onderwerp in een lijdende zin.
Diese (vrouwelijke artsen) ........ arbeiten für 'Ärzte ohne Grenzen'.
Dit is een vrouwelijk persoon, dus: die Ärztin.
Woorden die eindigen op -in krijgen in het meervoud -nen.
Die Lehrerin - die Lehrerinnen.
Wo ist Jonathan?
Habt ihr ........ (hem) schon gesehen?
Zin 1: Jonathan is onderwerp.
In zin 2 is Jonathan (hem) lijdend voorwerp: ihn.
Onderwerp in zin 2: ihr (habt ihn gesehen).
Korte zinnen bestaan vaak uit een onderwerp, een werkwoord (persoonsvorm) en een lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Grapje uit de tijd van de studentenbeweging '68 - zogenaamde Sponti-Sprüche.
Keiner ist unnütz, er kann immer noch als schlechtes (voorbeeld) ........ dienen!
Niemand is nutteloos, hij/zij kan altijd nog als slecht voorbeeld dienst doen.
Het voorbeeld zoals in bijvoorbeeld: das Beispiel (zum Beispiel, beispielsweise)
das Vorbild: positief voorbeeld, dus rolmodel, toonbeeld van...
die Vorbildung: de vooropleiding
das Muster: monster, staal, voorbeeld op grond waarvan iets gemaakt is / patroon van stof/behang e.d.
die Vorbeugung: preventie