Ich habe (mijn) ........ Bruder gefragt, ob er auch mitkommt.
Fragen is een werkwoord met de vaste 4e naamval:
Ich frage sie, Sie / ihn / meinen Bruder.
Fragen (een vraag stellen) en bitten (verzoeken) zijn veel voorkomende werkwoorden die met de 4e naamval combineren.
Ich frage dich / ihn / den Lehrer.
Ich bitte Sie / meinen Vater.
Zie voor verdergaande uitleg ook menupagina 'Overzicht Duitse Grammatica (extra tips)': Verschil Nederlands-Duits m.b.t. het ontleden van zinnen.
........ Direktion (treft) ........ ihre Entscheidungen ohne das Personal zu befragen.
treffen - traf - getroffen: sterk werkwoord met -e-
ich treffe
du triffst
die Direktion/sie trifft
uitgang -ion: vrouwelijk
Einde van een brief 'bij voorbaat dank':
Wir danken ........ .
Wir danken Ihnen, ich danke dir, sie dankt ihm: danken combineert met de 3e naamval.
Korte versie: Im Voraus vielen Dank.
von vornherein: van tevoren, van begin af aan. Wir waren von vornherein gegen den Vorschlag.
vorher (tijd): daarvoor, voordien
Im Vorher is geen bestaande constructie.
Der Wagen muss bald (naar de apk: verplichte keuring) ........ .
(Der) TÜV [tuf] staat voor Technischer Überwachungsverein:
organisatie die gaat over de keuring van voertuigen en technische apparatuur/installaties. De naam van deze instelling wordt als synoniem voor de autokeuring (of andersoortige technische apparatuur) gebruikt.
Op Duitse producten tref je vaak de sticker van de TÜV aan.
das AKW = das Atomkraftwerk
die Wartung: onderhoud, servicebeurt
die Körung: beoordeling van honden en paarden voor de fokkerij