Der Katalog ist kostenlos.
........ Katalog werden wir Ihnen umgehend zusenden.
(Der) Katalog is in zin 2 lijdend voorwerp, dus 4e naamval: den Katalog (zusenden)
wir: onderwerp
Ihnen: meewerkend voorwerp (aan u sturen).
Alle sagten, das geht ja gar nicht!
Da kam einer, der (wist) ........ das nicht und hat es einfach gemacht.
wissen - wusste - gewusst
er, sie, es, wer, einer, jemand wusste
ich weiß, du weißt, sie weiß: na -ei- schrijf je -ß
Geht das?: Kan dat? Is het mogelijk?
Gaat het (ben je okay)?: Geht's? (Bist du okay?)
Bei einer Veranstaltung (evenement):
"Na de pauze gaan we verder: ........ ."
die Pause - nach der Pause (nach: 3e naamval)
verdergaan in de betekenis van doorgaan/doorwerken: weitermachen
weitergehen: verder lopen / doorlopen
Wél mogelijk: nach der Pause geht es weiter.
Figuurlijk:
So kann es nicht weitergehen - zo kan het (de situatie) niet verder.
Der Text ist noch nicht zuende, der Text geht noch weiter.
NB In Zwitserduits is weitergehen in de betekenis van doorgaan met een handeling wel gebruikelijk.
Die Bauarbeiter streiten sich.
De bouwvakkers ........ .
ruziën: sich streiten / (miteinander) streiten
vechten: kämpfen (miteinander, gegeneinander)
staken: streiken