Sie sind so verliebt!
Sie himmelt ihn an und er ........ sie (op handen) ........ .
Keuzevoorzetsel auf + tragen beschrijft een situatie: 3e naamval,
hier meervoud.
Vergelijk: Sie nimmt das kleine Kind an die Hand - een actie met verandering: 4e naamval.
Das Kind geht an der Hand seiner Mutter (niet gehen maar an der Hand = toestand is bepalend).
Sie nimmt ihn auf den Arm (figuurlijk): Ze neemt hem in de maling.
ich trage, du trägst, er/sie/es trägt
die Hand - die Hände, net als die Wand - die Wände, die Bank - die Bänke (zitbank)
foto Peter Trenkwalder
Geschmäcker sind verschieden und Schönheit liegt (in het oog) ........ des Betrachters.
Das Auge: een van de weinige uitzonderingen op de regel dat de uitgang -e vrouwelijk is.
Vele onzijdige, in beide talen op elkaar lijkende woorden, zijn ook in het Duits onzijdig: das Auge, das Ohr, das Haar.
Maar de meeste regels kennen uitzonderingen: de kin - das Kinn, de knie - das Knie.
Es liegt im Auge: toestand, geen verandering, dus 3e naamval.
der Geschmack - die Geschmäcke: meervoud volgens 'Der Duden'
Gezegde in de spreektaal: 'Geschmäcker sind verschieden'.
Kurt Tucholsky (schrijver/dichter 1890-1935):
Wenn man einen Menschen richtig beurteilen will, so frage man sich immer: "Möchtest du den zum Vorgesetzten haben?"
der Vorgesetzte: ........
de/een meerdere (baas): der Vorgesetzte, ein Vorgesetzter, zum Vorgesetzten
de/een voorzitter: der Vorsitzende, ein Vorsitzender (vereniging/vergadering)
Zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden: de uitgang is afhankelijk van der/die/das of woorden van de (m)ein-groep;
hier 3e naamval
vrouwelijk: die/eine Vorgesetzte
Het voorbeeld:
1. das Vorbild: in de betekenis van een voorbeeld nemen aan
2. das Beispiel: in de betekenis van bijvoorbeeld
Mein Bruder ist ein Schrauber. Er flickt alle möglichen Geräte.
Mijn broer is ........ . Hij ........ .
der Schrauber (letterlijk: iemand/iets die/dat schroeft): kan staan voor een schroevendraaier (Schraubenzieher), maar in de context van deze zin betekent het technisch knutselaar/sleutelaar. Mensen die (met name hobbymatig) auto's en machines opknappen, verbouwen e.d.
das Gerät, der Apparat: het apparaat, de apparatuur
flicken: repareren (reparieren)
der Tüftler, tüfteln: met moeilijke technische problemen bezig zijn waarvoor je vaak inventief, creatief moet zijn.