MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 04-03-2025 (niveau 3)



eerdere test 04 MRT latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3 hebben de test van 04-03-2025 zo ingevuld:



"Ist das mein Kugelschreiber?"

"Nein, das ist ........ ."

 



9 % (afgerond)mein
11 % (afgerond)meinen
80 % (afgerond)meiner 

der ist meiner: die is de mijne

der, ein Kugelschreiber (uitgang -er: manneljk)

 

Zonder Kugelschreiber nog eens te noemen wordt de 'uitgang' van de der-groep, hier dus -er van der (hier 1e naamval), achter mein- gezet.

Das ist nicht mein Kugelschreiber, sondern deiner / Ihrer. Das ist nicht meine Zeitung, sondern deine / Ihre.

 

 

 

foto  Michael Petrov / pixelio


Zie ook de pagina ein/eine-groep - bezittelijk voornaamwoord.



De dingen zijn nooit zo als ze zijn.

Ze zijn altijd wat men ervan / van ze maakt.

 

Die Dinge sind nie so, ........ sie sind.

Sie sind immer das, was man aus ........ macht.



38 % (afgerond)wie, sie
60 % (afgerond)wie, ihnen 
2 % (afgerond)als, ihn

(Precies) zo als = (genauso) wie: Die Dinge sind wie sie sind.

anders dan = anders als: Die Dinge sind anders als wir denken.

aus (3e naamval) den Dingen: aus ihnen (persoonlijk voornaamwoord meervoud)

Wat men ervan maakt: Was man daraus macht.

iets maken van hout, metaal etc.: etwas aus Holz, Metalle etc. machen

 


Zie ook de pagina met 3e naamval.



Das Baby macht ein Nickerchen.

 

De baby ........ .



2 % (afgerond)doet in de luier
73 % (afgerond)doet een dutje 
26 % (afgerond)laat een boertje

Das Nickerchen (das Schläfchen) staat voor een kort/licht slaapje.

Verwant aan: ja nicken (nein schütteln) / met het hoofd voorover einnicken (knikken, knikkebollen).

 

in de luiers doen: in die Windeln machen

een boertje laten: ein Bäuerchen machen

das Baby


Zie ook de pagina Links.



Hij is een beetje zielig.

Ik heb met hem te doen: ........ .



2 % (afgerond)Ich habe mit ihn zu tun.
61 % (afgerond)Er tut mir leid. 
36 % (afgerond)Ich habe mit ihm zu tun.

Ich habe mit ihm zu tun: Ik heb met hem (bijvoorbeeld zakelijk) te maken.

Ich habe mit ihn zu tun: Deze zin is niet correct omdat na mit een 3e naamval komt.

Het gebruik van doen-tun en maken-machen is deels verschillend tussen Nederlands en Duits. Zie eventueel uitlegpagina's 'spreektaal standaardzinnen'.

 

Hij is zielig: er ist zu bedauern / zu bemitleiden.

Hij doet zielig: er ist wehleidig.


Zie ook de pagina standaardzinnen N-D.



TOTAALRESULTAAT:
69% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch