Seit der Geburt ihres Kindes ........ sie nicht mehr so gut.
schlafen -schlief - geschlafen: sterk werkwoord met -a-
De klinker verandert:
ich schlafe
du schläfst
er, sie, es schläft
ihr schlaft
Der alte Laptop war kaputt.
(Op) ........ meinem Geburtstag habe ich ........ neuen Laptop bekommen.
(Der) Laptop is in zin 2 lijdend voorwerp (4e naamval): (Ich habe) einen Laptop bekommen.
An meinem Geburtstag: dagen en data worden met an verbonden en hebben dan de 3e naamval.
Der Montag - an dem - am Montag.
foto: dreamstime
Die Abkürzung für btw (omzetbelasting) ist auf Deutsch ........ .
die Mehrwertsteuer, afgekort MwSt
bzw: beziehungsweise (respectievelijk)
z.B: zum Beispiel (bijvoorbeeld)
BAfög (als woord uitgesproken): wettelijke studiebeurs
(Doe je ouders de groeten.)
Richte bitte einen schönen Gruß an deine Eltern aus.
De uitspraak van de -u- in (der) Gruß lijkt het meest op ........
De Duitse -u- klinkt als -oe-.
Bij (der) Gruß is ook de lengte van de klinker belangrijk.
De -u- wordt lang uitgesproken, derhalve met -ß- geschreven;
meervoud: die Grüße [gruuse].
Vergelijk: (der) Kuss wordt kort uitgesproken en derhalve met -ss- geschreven.
etwas ausrichten: (boodschap) doorgeven