lesen: sterk werkwoord met -e-, ich lese, du / er, sie, es liest

gefallen: sterk werkwoord met -a-, es gefällt mir

gefallen combineert met de 3e naamval: es gefällt mir / ihr / ihm / Ihnen

(Zie ook 'Standaardzinnen met 3e naamval')

Die Luft: vrouwelijk woord uit de groep met de uitgang -t.

De naamval van het voorzetsel entlang is afhankelijk van de plaats in de zin:

die Autobahn - entlang der Autobahn / entlang des Flusses: 2e naamval

Achtergeplaatst: den Fluss entlang, traditioneel 4e naamval, maar wordt steeds minder gebruikt

foto: Deutsche Welle

aus: voorzetsel met de 3e naamval

das Land - aus dem Land

Welch- krijgt dezelfde uitgang als der/die/das: aus welchem Land.

Idem: all-, manch- en solch- (let op: viel hoort er niet bij).

der Gipfel: bergtop

top algemeen: die Spitze (die Bergspitze)

uitroep 'Spitze!': Top! 

spitz: spits, puntig

die Herausforderung: de uitdaging

Der Nervenkitzel betekent letterlijk zenuwprikkeling, bedoeld wordt 'adrenalinekick'.

De uitdrukking 'Gipfel (er)stürmen' kan ook figuurlijk gebruikt worden: de (carrière)top bereiken.

Das ist ja wohl der Gipfel! (verontwaardiging): Dat is nou echt het toppunt!