MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 21-08-2025 (niveau 1)



eerdere test 21 AUG latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 21-08-2025 zo ingevuld:



Wir besprechen das mit ........ Lehrerin.



73 % (afgerond)der 
12 % (afgerond)die
9 % (afgerond)dem
6 % (afgerond)den

Voorzetsel mit: 3e naamval

vrouwelijk: mit der Lehrerin


Zie ook de pagina met 3e naamval.



........ April war auch voriges Jahr bereits sehr warm.

 

       



3 % (afgerond)Das
5 % (afgerond)Die
88 % (afgerond)Der 
3 % (afgerond)Den

Namen van maanden zijn mannelijk.

 

Veel woorden die met data/tijd te maken hebben zijn manneljk:

der Monat, der Sommer (alle jaargetijden), der Tag (alle samenstellingen met -tag, der Nachmittag), der Abend, der Morgen, der Mittwoch.

Vrouwelijk: die Sekunde, die Minute, die Stunde, die Nacht.


Zie ook de pagina geslacht.



Was soll das denn heißen?



1 % (afgerond)Wat moet er nu gebeuren?
Hoe heet het?
11 % (afgerond)Hoe noem je dat nou?
88 % (afgerond)Wat moet dat nou betekenen? 

heißen - hieß - geheißen: heten / noemen; ook 'dat wil zeggen' 

Een veelgehoorde variant op: Was soll das denn bedeuten? met de klemtoon op das.

Wat moet dat betekenen?/Wat bedoel je? - Was willst du/wollen Sie damit sagen?

Wie heißt das auf Deutsch - Wie nennt man das auf Deutsch?

Hoe noem je dat nou? - Wie nennt man das denn?

Wat moet er nu gebeuren?: Was muss jetzt passieren? (Noodzaak: Wat moet er nu gedaan worden?).


Zie ook de pagina standaardzinnen D-N.



Über dieses Thema wurde eine Podiumsdiskussion unter Experten organisiert. 

Alle Beteiligten waren derselben Meinung.

 

Die Beteiligten (meervoud) betekent: ........ .



25 % (afgerond)aanwezigen
1 % (afgerond)bedeelden
2 % (afgerond)lotgenoten
73 % (afgerond)betrokkenen 

Die Beteiligten: degenen die 'deelnemen aan/deel uitmaken van', dus erbij betrokken zijn. In dit geval de experts van een discussie in aanwezigheid van toehoorders.

(Ook: die Teilnehmer / hier: Gesprächsteilnehmer)

beteiligt sein: deelnemend aan/onderdeel zijn van/betrokken zijn bij. An dem Unfall waren zwei Autos beteiligt.

 

aanwezigen: die Anwesenden (dat zouden ook bijv. toehoorders, dus geen feitelijke deelnemers, kunnen zijn)

lotgenoten: Schicksalsgenossen (das Schicksal = noodlot, der Genosse = de kameraad)

bedeelden: die Almosenempfänger (ontvangers van liefdadigheid)


Zie ook de pagina weetwoorden I.



TOTAALRESULTAAT:
80% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch