Die Schuhe drücken an (de hielen) ........ .

die Ferse - Fersen: hiel - hielen
jemandem auf den Fersen folgen (3e) / sich jemandem an die Fersen heften: iemand op de hielen zitten
der Knöchel - Knöchel: enkel - enkels
die Wade - Waden: kuit - kuiten
an: hier 3e naamval (waar drukt het?)
Mein Chef hat ........ zum Geburtstag gratuliert und ich habe ........ später ein Glas Sekt gebracht.

Gratulieren heeft de vaste 3e naamval.
Ich gratuliere dir/ihm/ihr/Ihnen zum Geburtstag.
Dem Chef (etwas) bringen (aan de baas geven) : meewerkend voorwerp (3e naamval).
Glas Sekt: lijdend voorwerp.
Keas sind schlaue Vögel.
Sie haben es faustdick hinter den Ohren: ........

Ook: mit allen Wassern gewaschen sein / abgebrüht, gerissen sein.
'Faustdick hinter den Ohren' betekent dat iemand meer is dan hij of zij lijkt, en dat dit zich uit in een bijzondere slimheid of bedrieglijkheid.
Een verklaring voor dit gezegde: Ein alter Volksglaube besagt, dass Schalk und List als kleine Dämonen hinter den Ohren sitzen. Wer besonders viel davon besitzt, der hat dicke Wülste (bobbels, kwabben) hinter den Ohren.
Danke für die ........ Blumen!

De vervoeging van bijvoeglijke naamwoorden is lastig.
Maar dit is makkelijk te onthouden:
Na een lidwoord krijgen bijvoeglijke naamwoorden in het meervoud in alle naamvallen de uitgang -(e)n.