Wir haben ........ Erde nur von ........ Kindern geliehen.
Â
Die Erde eindigt op -e, is dus vrouwelijk. Hier 4e naamval (zelfde vorm als 1e naamval).
von: voorzetsel met de 3e naamval
In de 3e naamval meervoud krijgen alle woorden de uitgang (e)n: von unseren Kindern.
leihen - lieh - geliehen: lenen
Â
We hebben de aarde alleen maar van onze kinderen geleend
(... en niet geërfd van onze ouders).
Â
Â
Â
Â
foto:Â TRIUNITY
Im Streichelzoo (kinderboerderij) in Heemskerk gibt es Ziegen (geiten) und Schafe.
Â
Â
........ Ziege und ........ Bock stehen im Stall.
die Ziege - die Ziegen: geit - geiten, vrouwelijk
Dit is tevens de benaming voor de soort, net zoals die Katze.
der Bock - die Böcke: bok - bokken, mannelijk geit
In zin 2 zijn beide onderwerp.
Â
das Schaf - die Schafe: schaap - schapen
(der Schäfer: de herder)
Â
Â
Â
Â
foto:Â Streichelzoo Dierendorp
"Hast du das Statement des Politikers gelesen?"
"Ja, aber ich halte nichts davon."
Â
Ich halte nichts davon: ........
Was hältst du/Was halten Sie davon: Wat vind je/vindt u daarvan?
Deze formulering wordt vaak voor een mening/oordeel over meer abstracte zaken gebruikt (bijvoorbeeld over denkbeelden en karaktereigenschappen/handelingen).
Voor smaak 'Hoe vind je dat T-shirt?': Wie findest du das T-Shirt?
Â
Ik houd daar niet van: Ich mag das nicht / kann das nicht leiden.
Ik onthoud het niet: Ich behalte das nicht / kann mir das nicht merken.
Ik onthoud me van een mening.: Ich enthalte mich einer Meinung (formeel) / Ich habe dazu keine Meinung.
Ich habe gestern gewaschen und muss die Wäsche jetzt (strijken) ........ .
Â
de was strijken: die Wäsche bügeln
der Bügel: kledinghanger
Â
streichen: verven
streicheln: aaien
streiken: staken