MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 03-05-2024 (niveau 1)



eerdere test 03 MEI geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 03-05-2024 zo ingevuld:



........ 5. Mai feiern Niederländer ........ Befreiungstag, das Ende des Zweiten Weltkriegs in den Niederlanden.


6 % (afgerond)Am - dem
4 % (afgerond)Auf - den
87 % (afgerond)Am - den 
3 % (afgerond)An - der

Data/dagen combineren met an + 3e naamval.

der Tag - an dem Tag - am Tag

(Sie feiern) den Befreiungstag: lijdend voorwerp

das Ende: ondanks de -e niet vrouwelijk

der Krieg: (das Ende) des Kriegs/Krieges (2e naamval)



Zie ook de pagina lastige overige woorden.



Der Turm unserer Kirche ist 28 Meter hoch.

Unsere alte Burg hat vier (torens)  ........ von je 18 Metern Höhe.

 


1 % (afgerond)Turms
14 % (afgerond)Türmen
7 % (afgerond)Turmen
78 % (afgerond)Türme 

Der Turm (mannelijk, zie eerste zin).

De hoofdregel voor het meervoud van mannelijke woorden is

umlaut (op a, o, u) + e: Bäume, Stämme, Stühle, Schränke, Türme,  Züge, ...

 

uitzonderingen: Busse, Hunde, Punkte, Schuhe

 

(Eine Burg mit vier) Türmen: 3e naamval meervoud.

 

 

 

afb. Schloss Ortenberg in der Eifel



Zie ook de pagina meervoud.



Hoe zeg je in het Duits:

Wie het laatst lacht, lacht het best.


91 % (afgerond)Wer zuletzt lacht, lacht am besten. 
3 % (afgerond)Wer zuletzt lacht, lacht das beste.
3 % (afgerond)Wen zuletzt lacht, lacht als bester.
4 % (afgerond)Wer zuletzt lacht, lacht das besten.

Nederlands wie (degene die ...): wer (derjenige, der ...) 1e naamval.

Wen: vraagt naar een lijdend voorwerp 4e naamval.

Wen hast du ausgelacht?

 

gut - besser - am besten

als bester: Er endete als bester im Test.

Das Beste, das mir passieren konnte: Het beste wat me kon overkomen.

Das beste Buch in der Liste.



Zie ook de pagina betrekkelijk vnw..



(Wil je dat ik alvast de tafel dek?)

 

........ ich schon mal ........ Tisch decken?

 


1 % (afgerond)Muss, dem
6 % (afgerond)Muss, den
8 % (afgerond)Soll, der
85 % (afgerond)Soll, den 

Wil je dat ik dat doe? - Soll ich das (für dich) tun?

Als je aan iemand vraagt of je iets voor haar/hem moet doen gebruik je sollen.

 

Der Tisch is hier lijdend voorwerp, 4e naamval: den Tisch decken.



Zie ook de pagina dürfen / müssen / sollen / mögen.



TOTAALRESULTAAT:
85% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)