MOB-versie | Naar grote versie



betrekkelijk vnw.

Het betrekkelijk voornaamwoord staat achter de komma en heeft, zoals het woord al zegt, betrekking op het woord, dat voor de komma staat.


Het woord waarop het betrekkelijk voornaamwoord terugslaat, noemen we antecedent. Het antecedent bepaalt het geslacht (mannelijk/vrouwelijk/onzijdig) en het getal (enkelvoud of meervoud).

 

 

 

mannelijk

vrouwelijk

onzijdig

meervoud

 

 

 

 

 

 

1

der

die

das

die

4

den

die

das

die

3

dem

der

dem

denen

2

dessen

deren

dessen

deren

 

  • Der Junge, der da läuft, ist mein Freund.
  • Der Kaffee, den wir tranken, schmeckte gut.
  • Der Mann, dem ich geholfen (3e naamval) hatte, hat sich bedankt.
  • Die Jungen, mit denen ich Tennis spiele, sind nette Burschen.
  • Mein Nachbar, dessen Frau krank ist, ging nicht zu seiner Arbeit.
  • Meine Freundin, deren Mutter eine Künstlerin ist, liebt Kunst überhaupt nicht.
  • Die Jugendlichen (meervoud), deren Eltern anwesend waren, sagten nichts.
  • Wer es weiß, darf es sagen. Derjenige, der es weiß...
  • 1e en 4e naaval meervoud: diejenigen
  • 3e naamval meervoud: denjenigen

Zie verder: De 4 naamvallen in vogelvlucht.

 

 

Anders dan in het Nederlands
Is het antecedent een persoon? Dan nooit:

  • worauf: Worauf beziehst du dich?
  • wofür:  Wofür brauchst du das?
  • womit:  Womit reparierst du das?

Deze woorden mogen alleen gebruikt worden voor dingen.

  • Der Wagen, womit er fährt, gehört ihm nicht. (Gebruikelijk is echter: Der Wagen, mit dem er fährt of Der Wagen, den er fährt).
  • Der Junge, mit dem er zur Schule ging, ist Arzt geworden.





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch