Het betrekkelijk voornaamwoord staat achter de komma en heeft, zoals het woord al zegt, betrekking op het woord, dat voor de komma staat.
Het woord waarop het betrekkelijk voornaamwoord terugslaat, noemen we antecedent. Het antecedent bepaalt het geslacht (mannelijk/vrouwelijk/onzijdig) en het getal (enkelvoud of meervoud).
|
|
mannelijk |
vrouwelijk |
onzijdig |
meervoud |
|
|
|
|
|
|
1 |
|
der |
die |
das |
die |
4 |
|
den |
die |
das |
die |
3 |
|
dem |
der |
dem |
denen |
2 |
|
dessen |
deren |
dessen |
deren |
Zie verder: De 4 naamvallen in vogelvlucht.
Anders dan in het Nederlands
Is het antecedent een persoon? Dan nooit:
Deze woorden mogen alleen gebruikt worden voor dingen.