Das sieht dir mal wieder ähnlich!
ähnlich sehen: lijken op
Als vaste uitdrukking met 'mal wieder': dit past bij jouw persoonlijkheid (gedrag/houding) / dat is typisch voor wat jij (gewoonlijk) doet/zegt.
Dat lijkt op jou: slaat op een 'iets' dat uiterlijk lijkt op de persoon.
Das Smiley sieht (so ähnlich) aus wie du / sieht dir ähnlich.
Dat is net als / zoals jij: Das ist genauso wie du.
Je lijkt op haar/hem: Du siehst ihr/ihm (3e naamval) ähnlich.
Het werkwoord ähneln (lijken op) combineert met de 3e naamval: Sie ähneln sich wie ein Ei dem andern. Sie ähnelt ihrem Bruder.
Die Wissenschaftler (doen onderzoek) ........ nach einem Mittel gegen Krebs.
Wetenschappelijk onderzoeken: (nach etwas) forschen (oplossing voor een probleem) / etwas erforschen (voorwerp, verschijnsel doorgronden).
NB Met untersuchen krijg je een ander type zin: Sie untersuchen, ob sie ... finden können / Sie untersuchen die möglichen Anwendungen des Mittels.
fordern: eisen
prüfen: testen / controleren
Wollen Sie bitte ........ Empfang ........ Betrags bestätigen ?
der Betrag, der Empfang: mannelijke woorden, te herkennen aan de stam van een werkwoord
den Empfang (bestätigen): lijdend voorwerp (4e naamval)
van het bedrag: des Betrags (2e naamval)
kwitantie: die Quittung
Der Bahnhof ist an der Hauptstraße.
Wir wohnen gegenüber ........ Bahnhof.
gegenüber: voorzetsel met de 3e naamval
der Bahnhof - gegenüber dem Bahnhof