Beim Streik der Mitarbeiter der öffentlichen Verkehrsmittel fuhren keine ........ .
der Bus - die Busse: zonder umlaut, dus een uitzondering (idem: die Schuhe, die Hunde, die Punkte)
der Zug - die Züge, meervoud volgens de hoofdregel mannelijk: umlaut + -e
die Bahn - die Bahnen volgens de hoofdregel vrouwelijk: + -(e)n
ver.di: Vereinte Dienstleistungsgewerkschaft is de op een na grootste Duitse vakbond (die Gewerkschaft).
Das kleine Kind spielte mit ........ Playmobilfiguren.
mit: 3e naamval, hier meervoud
In de 3e naamval meervoud krijgen alle onderdelen van de woordgroep de uitgang -n: mit seinen vielen kleinen Figuren.
die Figur - die Figuren
das Kind - seine Figuren
Meine Schwestern haben beide auch kurzes Haar, aber mein Haar ist ........ (het kortst).
kort-korter-het kortst: kurz-kürzer-am kürzesten [koerts - kurtser]
De meeste bijvoeglijke naamwoorden met a, o, u krijgen in de twee vergelijkingstrappen een umlaut.
Door de -z- wordt er een -e- ingevoegd (al wordt het in de uitspraak ook vaak weggelaten).
Die Bewohner erheben Einspruch gegen die neuen Regeln.
Einspruch erheben: ........ .
der Einspruch: mannelijk (oude stamvorm van sprechen)
aanspraak maken op: Anspruch erheben auf
inspraak eisen: Mitspracherecht fordern