Ik heb een cadeau voor jou.
ein/das Geschenk (1e en 4e naamval): hier lijdend voorwerp
für (4e naamval): bestemd voor / bedoeld voor
4e naamval: für mich / für ihn / für euch / für Sie
vor: wordt gebruikt in plaats- of tijdsbepalingen
vor dem Haus, vor einer Stunde (een uur geleden).
(Zie eventueel bij 'voorzetsel: gebruik'.)
Im letzten Teil der Symphonie von Beethoven singt ein Chor.
Eine ........ lautet: ........ Menschen werden (broers) ........ .
alle: 1e en 4e naamval meervoud, alle hoort bij de der, die, das-groep, hier onderwerp
der Bruder - die Brüder
Ook deze benamingen van familieleden krijgen in het meervoud een umlaut: Väter, Mütter, Söhne, Töchter.
der Absatz: de alinea
die Regel: norm, voorschrift, regel
In 1972 heeft de Raad van Europa dit deel (zonder tekst) uit de 9e symfonie van Ludwig van Beethoven als Europees volkslied aangenomen.
De tekst voor het koor in de 9e symfonie stamt uit het gedicht 'Ode an die Freude' van Friedrich Schiller.
afb.: freepik.com/
Das sind anständige Leute.: ........
fatsoenlijk: anständig / fatsoen: der Anstand
slim: schlau, klug
aardig: nett
vervelend: unangenehm
Wir haben noch einen Vorrat dieses Artikels im ........ .
das Lager: voorraadruimte, magazijn
im Lager: in het magazijn / auf Lager: in/op voorraad
der Schalter: loket / schakelaar
das Magazin: tijdschrift / houder van patronen in wapens (magazijn)
der Aufschlag: opgeld, een bedrag dat boven een ander geldbedrag komt, bijvoorbeeld bij een veiling of om een risico af te kopen;
ook: opslag in balsporten